Paragrafen

Financiering

Inleiding
In deze paragraaf gaan wij in op de uitvoering van de gemeentelijke treasuryfunctie. Deze vindt plaats binnen de kaders die gesteld zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In de Wet Fido staat risicobeheersing en transparantie centraal. Risicobeheersing richt zich op renterisico's, kredietrisico's en valutarisico's. De transparantie komt tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut en een financieringsparagraaf in de begroting en in de jaarrekening. De Ruddo beperkt zich tot regelgeving omtrent het uitzetten van gelden.
In deze paragraaf geven wij inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend.

Ontwikkelingen
Het afgelopen jaar is de schuldpositie van de gemeente opgelopen van 171 miljoen naar 178 miljoen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat we vooruitlopend op toekomstige investeringen in 2022 en 2023 al extra langlopende leningen zijn aangegaan. Het afgelopen jaar was het bedrag aan aflossingen (26,5 mln) lager dan de nieuw aangegane leningen (34 mln), waarbij we nog hebben geprofiteerd van de lagere rentepercentages. De kapitaalmarktrente steeg in 2023 naar 'normale' waarden van ongeveer 3%.

Uiteraard zitten er schommelingen in de gemeentelijke cashflow en ontstaan er tussentijds overschotten; deze middelen zijn tijdelijk gestald bij het rijk en zijn ook kortdurend uitgeleend aan andere gemeenten. Per jaareinde staat er een saldo bij de schatkist van 43 mln euro.

Leningenportefeuille
Leningenportefeuille
De omvang van de portefeuille is dit jaar toegenomen met per saldo € 6,5 miljoen.
De portefeuille telt op 31 december 2023:

  • Opgenomen langlopende geldleningen met een totale omvang van € 178,5 miljoen;
  • Opgenomen kortlopende geldleningen met een totale omvang van € 0 miljoen;
  • Uitgezette langlopende geldleningen met een totale omvang van € 9,9 miljoen;
  • Deze bestaan voornamelijk uit startersleningen (€ 8,1 miljoen) en leningen aan deelnemingen en maatschappelijke organisaties.
  • Uitgezette kortlopende geldleningen met een totale omvang van € 0 miljoen;
  • het saldo in rekening- courant (schatkist) bedraagt 43 miljoen;
  • De portefeuille bevat geen derivaten.

Onderstaande tabel toont het verloop in de portefeuilleomvang van de afgelopen jaren:

(Bedragen x € 1.000)

Portefeuille omvang

2019

2020

2021

2022

2023

Opgenomen gelden (O/G)

Gelden < 1 jaar

-6.000

0

-15.000

0

0

Gelden > 1 jaar

-138.500

-131.500

-128.500

-171.000

-178.500

Totaal aan- getrokken

-144.500

-131.500

-143.500

-171.000

-178.500

Mutatie in portefeullie O/G

-9.000

-13.000

12.000

27.500

7.500

Uitgezette gelden (U/G)

Uitgezette gelden lang

4.725

4.372

4.697

4.681

9.901

Uitgezette gelden kort

0

0

0

21.600

0

Saldi in rekening-courant

12.675

7.561

4.067

29.802

43.492

Totaal U/G

17.400

11.933

8.764

56.083

53.393

Mutatie in portefeuille U/G

1.235

-353

325

55.758

-2.365

Totaal portefeuille

-127.100

-119.567

-134.736

-114.917

-125.107

Mutatie in portefeuille totaal

11.034

7.533

-15.169

19.819

-10.190

Schuldpositie
In bovenstaande tabel is te zien dat de schuldpositie oploopt. Met de geplande investeringen voor de komende jaren zal de schuldpositie naar verwachting de komende jaren nog verder toenemen tot maximaal € 200 miljoen. Dit bedrag ligt nog ruim onder de door de VNG als kritieke grens voor schuldpositie, te weten een bedrag van € 300 miljoen (gebaseerd op een percentage van 130% van het begrotingstotaal).
In onderstaande grafieken wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de schuldpositie en rentelasten
in de afgelopen jaren (bedragen x € 1.000.000)

Portefeuilleresultaat
Het portefeuilleresultaat (saldo van te betalen rente en te ontvangen renten) is jaarlijks negatief. Maar het resultaat is ten opzichte van 2022 fors verbeterd; dit komt deels doordat de gemiddelde rente op langlopende leningen is gedaald (we lossen dure leningen af en hebben leningen tegen lage rente aangetrokken) en daarnaast hebben we tijdelijke overschotten bij de schatkist en andere gemeenten uitgezet tegen stijgende rentes. Het resultaat is in 2023 € 1,1 mln, een forse verbetering ten opzichte van 2022 (2,7 mln).

Dit is wel een tijdelijk effect omdat de marktrente inmiddels is gestegen en toekomstig aan te trekken leningen daarmee duurder worden. Voor de toekomstige jaren ramen we dan ook maar een beperkt bedrag aan inkomsten schatkistbankieren.

De afwijking ten opzichte van de primitieve begroting zat vooral in de ontvangen rente op het saldo schatkistbankieren, dit is een incidentele baat.

In de onderstaande tabel worden de portefeuilleresultaten van de afgelopen jaren aangegeven:

(Bedragen x € 1.000)

Rente resultaat portefeuille

2019

2020

2021

2022

2023

Opgenomen gelden (O/G)

Rente kortlopende geldleningen

5

13

72

8

0

Rente langlopende leningen

-4.594

-4.132

-2.845

-2.845

-2.644

Totaal rente-uitgaven

-4.589

-4.119

-2.773

-2.837

-2.644

Kosten portefeuille O/G

3,13%

2.89%

2,42%

1,73%

1,54%

Uitgezette gelden (U/G)

Totaal (lang) belegd

4.725

4.372

4.697

4.681

9.901

Rente kortlopende leningen

9

3

0

51

320

Rente schatkist

0

0

0

14

1.141

Rente langlopende leningen

96

64

67

60

72

Totaal rente-inkomsten

105

67

67

125

1.533

Gesaldeerd totaal portefeuille resultaat

-4.484

-4.052

-2.706

-2.712

-1.111

Financieringsbehoefte
Sinds 2021 hebben we vooruitlopend op herfinancieringen al langlopende leningen aangetrokken tegen destijds nog lage rentestanden. In 2023 hebben we drie nieuwe leningen aangetrokken ter afdekking van de financieringsbehoefte in 2023 én vooruitlopend op de toekomstige liquiditeitenbehoefte, waarmee we langer kunnen profiteren van lagere rentelasten in de komende jaren.

Rentetoerekening
bij de verwerking van rente in de begroting hanteren we de richtlijnen zoals opgenomen in de BBV-Notitie rente. Een van de vastgestelde regels betreft de toepassing van de omslagrente. De werkelijke rentelasten worden hier toegerekend aan de taakvelden door middel van de omslagrente. Deze omslagrente wordt berekend door de werkelijke rentelasten te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd.
De gemeente heeft in 2023 gemiddeld 1,54% rente betaald over alle aangetrokken geldleningen. Als deze betaalde rente wordt afgezet tegen de totale boekwaarde van de vaste activa (die dus ook deels gefinancierd is uit eigen middelen) komt het omslagrentepercentage in 2023 uit op 1,0%.
In Nieuwegein hanteren we alleen totaalfinanciering. We maken géén gebruik van projectfinanciering (waarbij voor specifieke projecten expliciet financiering wordt aangetrokken en de rente daarvan rechtstreeks wordt toegerekend aan het betreffende project). Er wordt geen rente toegerekend aan voorzieningen en reserves.

Onderstaand het renteschema 2023 zoals door de commissie BBV is aanbevolen:

Renteschema BBV

(bedragen x € 1.000)

2023

2022

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

2.644

2.837

De externe rentebaten over de korte en lange financiering

-1.533

-125

Saldo rentelasten en baten

1.111

2.712

Rente die aan de grondexploitatie moet worden toegerekend

-389

-367

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

722

3.079

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

2.478

2.400

Tenteresultaat op het taakveld treasury

-1.756

679

Risicoprofiel

Kasgeldlimiet
Ter beheersing van het renterisico op kortlopende schulden is in de Wet Fido de kasgeldlimiet ingesteld. Deze moet voorkomen dat gemeenten te veel kort geld lenen waardoor bij een sterke stijging van de rente de rentelasten ineens explosief zouden toenemen. We hebben in 2023 geen gebruik gemaakt van kasgeldleningen, maar hebben juist vanaf 2022 kasgeldleningen verstrekt aan andere overheden. Daarmee is de deze kasgeldlimiet niet overschreden.

Kasgeldlimiet

Begroting

Realisatie

Verschil

Analyse

(bedragen x € 1.000)

2023

2023

toegestane kasgeldlimiet

4.920

4.920

0

geen afwijking

in procenten van de grondslag

in euro's

400

400

automatische afroming naar de schatkist

vlottende schuld

42.135

60.991

-18.856

toename van ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen

opgenomen gelden < 1 jaar

21.624

23.256

-1.632

beperkte afwijking

schuld in rek crt

0

0

0

beperkte afwijking

gestorte gelden door derden < 1 jaar

20.511

37.735

-17.224

toename van ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen

overige geldleningen, niet zijnde vaste schulden

0

0

0

beperkte afwijking

vlottende middelen

16.045

102.418

-86.373

hogere stand van schatkistsaldo

contanten in kas

0

0

0

tegoed in rek crt

3.392

43.492

-40.100

hogere stand van schatkistsaldo

overige uitstaande gelden < 1 jaar

12.653

31.163

-18.510

hogere stand van schatkistsaldo

toets kasgeldlimiet

0

beperkte afwijking

totaal netto vlottende schuld

26.090

-41.427

67.517

hogere stand van schatkistsaldo

toegestane kasgeldlimiet

4.920

4.920

0

beperkte afwijking

ruimte/ cq overschrijding

4.520

4.520

0

geen afwijking

Renterisiconorm
Onder renterisico wordt verstaan de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten verandert als gevolg van wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen.
Ter beheersing van het renterisico op langlopende schulden is in de wet Fido de renterisiconorm opgenomen. Deze norm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het renterisico als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering van leningen wordt beperkt. Volgens deze norm mag de te herfinancieren schuld in enig jaar niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal, zodat voor Nieuwegein voor 2023 de norm ongeveer € 49 miljoen bedraagt. Er is voor € 26,5 miljoen geherfinancierd, dus daarmee zijn we ruimschoots binnen de norm gebleven.

Renterisiconorm

Begroting

Realisatie

Verschil

Analyse

(bedragen x € 1.000)

2023

2023

renteherziening op leningen o/g

34.000

34.000

geen afwijking

betaalde aflossingen

-26.500

-26.500

-

geen afwijking

renterisico

7.500

7.500

begrotingstotaal

247.189

255.997

het vastgestelde percentage

20%

20%

20%

renterisico norm

49.438

51.199

Ruimte (+) cq overschrijding (-)

41.938

43.699

geen overschrijding

Kredietrisico
Als gevolg van het verplichte schatkistbankieren mogen overtollige middelen verder uitsluitend bij het rijk of bij andere lagere overheden worden uitgezet. Dat betekent dat ook in de toekomst eventuele kredietrisico’s beperkt zullen zijn. De enige uitzondering is nog gemaakt voor uitzettingen ingevolge de publieke taak.

De omvang van de portefeuille beleggingen van de gemeente Nieuwegein is gering, van eerdere jaren resteert nog slechts een drietal kleinere langlopende beleggingen, één bij een verbonden partij en twee uit het oogpunt van maatschappelijk belang. De risico's op deze beleggingen zijn beperkt. Daarnaast staat er ultimo 2023 bijna € 8,1 miljoen aan startersleningen uit. De hoofdsommen hiervan zijn afgedekt via de Nationale Hypotheek.

Garantie.
De gemeente heeft in 2023 een garantstelling afgegeven van 50 miljoen euro afgegeven voor de N.V. Sportinrichtingen waarmee het mogelijk wordt gemaakt om het Sport- en
Evenementencomplex Merwestein tegen gunstige financieringsvoorwaarden te revitaliseren.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2024 15:05:27 met de export van 07/04/2024 14:53:59